Soms gebeurt het dat we via uitbreiding van zorg nog niet het gewenste resultaat halen en botsen we op onze zorggrenzen. In zo’n situatie moeten we de keuze bekijken om over te stappen naar een IAC. Dat kan door een overstap naar een andere school die beter kan inspelen op de onderwijsbehoeften van de leerling of door een individueel aangepast curriculum binnen onze school. Dit advies komt er enkel na overleg met alle partijen en na de conclusie dat alle andere maatregelen geen resultaat boekten of dat het welbevinden van het kind er erg onder lijdt.
Basiszorg – fase 0
– Voor alle leerlingen
– Door het ganse schoolteam
Verhoogde zorg – fase 1
– Voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften
– Door de eigen leerkrachten of leerlingbegeleider, liefst in eigen klas
– CLB: consultatieve rol
Uitgebreide zorg – fase 2
– Voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften
– Het CLB start een HGD-traject*
– Betrekken van externe partners zoals Ondersteuningsnetwerk …
Individueel aangepast curriculum– fase 3
– Onderwijs op maat
– Hulp bij eventuele overstap
Aangezien leerlingenbegeleiding op onze school een taak is van het volledige schoolteam, neemt het aspect ‘informatiedoorstroming’ een belangrijke plaats in. Deze informatiedoorstroming gebeurt via verschillende kanalen:
– zorglijsten met belangrijke informatie vanuit intakegesprek
– informele overlegmomenten
– leerlingvolgsysteem
– wekelijkse cel leerlingbegeleiding (CLB-medewerkers, leerlingbegeleiders, leerlingensecretariaat (afwezigheden))
– overlegmomenten ouders/oudercontact
– begeleidende klassenraden (leerkrachten, leerlingbegeleiders, directie)
We vertrekken in ons zorgproces steeds vanuit en werken altijd met de leerling. Zelf heeft de leerling vaak goede verklaringen voor zijn/haar gedrag en kan hij/zij zinnige oplossingen aanreiken. We betrekken de leerling bij de verschillende stappen/acties die worden ondernomen om de vertrouwensband niet te schaden.
Onze leerlingbegeleiding steunt op de zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken.
1. We kijken naar een leerling vanuit zijn onderwijsbehoefte en niet vanuit de beperkingen, omdat dit remmend werkt. We kijken naar wat de leerling binnen zijn context (ouders, leerkracht, school) nodig heeft om goed te kunnen studeren en zich goed te voelen binnen onze school.
2. We bekijken de leerling in interactie met zijn omgeving. Elke leerling ontwikkelt zich in een context. Elke leerling is anders, komt uit een ander gezin en heeft een andere band met de leerkracht. Hoe kunnen we de leerling zo goed mogelijk ondersteunen in zijn specifieke situatie?
3. We hebben aandacht voor systematische en transparante procedures. Het schoolteam maakt dagelijks gebruik van het leerlingvolgsysteem. We handelen planmatig en transparant. We maken binnen onze school ook systematisch gebruik van communicatiemiddelen zoals SODA-rapporten, remediëringsformulieren, om een duidelijk en samenhangend beeld van de leerling te krijgen.
4. We willen efficiënt handelen door enkel te onderzoeken wat noodzakelijk is om de hulpvraag van de leerling te beantwoorden. Dat betekent dat we doelgericht werken. Waar willen we naartoe? Wat willen we bereiken? Wat hebben we hiervoor nodig?
5. We betrekken elke actor in het begeleidingsproces en werken constructief samen. De leerling als centrale figuur, de ouders als ervaringsdeskundige, de leerkracht als onderwijskundige, het CLB als professional. Indien nodig betrekken we ook andere actoren.
6. We vertrekken steeds vanuit wat er goed loopt en halen hieruit positieve punten en sterktes waarmee we aan de slag kunnen gaan. Aandacht voor het positieve biedt ook tegengewicht aan het vormen van een te negatief, problematisch beeld. We spreken de leerlingen, ouders, leerkrachten en school aan op hun sterke kanten.
7. De leerkrachten en ouders doen ertoe. Leerkrachten leveren een cruciale bijdrage aan de positieve ontwikkeling van leerlingen. In het bieden van een zo optimaal mogelijk leerklimaat moeten leerkrachten ondersteund worden. Het professionaliseringsbeleid van onze school is erop gericht de leerkrachten in deze taak maximaal te ondersteunen. Evenzeer hebben ouders invloed op het schoolsucces van hun kinderen. Ze kunnen het onderwijs ondersteunen, maar ook onbedoeld of onbewust ondermijnen.
Onze leerlingbegeleiding situeert zich op vier begeleidingsdomeinen:
1. Studie- en beroepskeuze
Leerlingen moeten in hun schoolloopbaan op geregelde tijdstippen een studiekeuze (beroepskeuze) maken. Keuzebegeleiding wil leerlingen helpen bij het kiezen op een verantwoorde manier, bij het verhogen van de keuzebekwaamheid en bij het bieden van hulp hierbij. Naast de leerlingbegeleiding bestaat er binnen onze school ook de werkgroep OLB (onderwijsloopbaanbegeleiding) die mee de krijtlijnen uitzet en acties concretiseert. Daarnaast is er het aanbod van de huiswerkklas die vier keer per week na de schooluren doorgaat. Tijdens dit uur kunnen leerlingen onder supervisie hun huiswerk maken en/of extra uitleg en begeleiding krijgen. Leerlingen die te kampen hebben met leermoeilijkheden krijgen extra begeleidingsmaatregele in de klas en tijdens de examens (verhoogde zorg). Ook ouders worden bij het begin van het schooljaar betrokken bij de ondersteuning van hun kind bij het studeren. Ze worden hierbij wegwijs gemaakt in ons online studieplatform ‘Smartschool’, waar ze kunnen volgen welke taak of les moet gemaakt/geleerd worden.
2. Leren en studeren
Effectief studeren is belangrijk. Hierbij gaat het om studievaardigheid, studiegewoonten en studiehouding, maar ook om extra leerhulp voor leerlingen met leermoeilijkheden. In de eerste graad wordt een uur studiebegeleiding ingericht waarin leerlingen leren hoe ze efficiënt kunnen studeren en tools aangereikt krijgen om hun leeromgeving zo optimaal mogelijk te benutten.
3. Socio-emotionele ontplooiing
Hierbij staat het welbevinden van de leerling centraal (o.m. individuele ontwikkeling en sociaal functioneren). Als school komen we niet zelden in contact met leerlingen met gedrags- en/of emotionele problemen. We vinden het uitermate belangrijk deze leerlingen – in samenwerking met de leerkrachten en ouders – op een gepaste wijze te ondersteunen en te begeleiden zodat hun slaagkansen zo weinig mogelijk in het gedrang komen. Als school streven we ernaar om hierbij zoveel mogelijk in te zetten op preventie en herstelgericht werken.
4. Fysiek welbevinden
Onze school promoot een gezonde levensstijl en voert zowel op school-, klas- als op leerlingenniveau doorheen de schoolloopbaan van de leerling verscheidene acties in het kader van een preventief gezondheidsbeleid.